Een koop via internet, bijvoorbeeld via een webshop, is over het algemeen een consumentenkoop. Er wordt dan een product door een privé persoon (een consument) gekocht bij een verkoper die bedrijfsmatig producten ter koop aanbiedt. Voor zo’n consumentenkoop geldt dat op de verkoper de verplichting rust om het gekochte product op het door de consument aangewezen adres te bezorgen. Pas na de bezorging van het product draagt de consument het risico, bijvoorbeeld voor schade.
Bepalend is dus het moment van bezorging van het gekochte product. Als je niet thuis bent en de vervoerder bezorgt het product bij de buren, dan geldt het moment waarop de consument het product bij de buren ophaalt of het door de buren aan de consument wordt afgegeven. Onlangs speelde bij de rechter een geschil of een gekocht product (in dit geval een drone) wel door de verkoper aan de consument was bezorgd. De consument was niet tot betaling overgegaan met als argument dat hij niets had ontvangen. Daarop toonde de verkoper een afdruk van de track en trace pagina waarop het adres van de consument en het moment van bezorging (onder vermelding van datum en tijdstip) was uitgevoerd. De consument hield vol niets te hebben ontvangen.
De rechter overwoog eerst dat de normale bewijslast met zich meebrengt dat “wie stelt ook moet bewijzen”. Volgens de rechter zou dat dan betekenen dat de consument in dit geval de bewijslast zou hebben gehad om te bewijzen dat de drone niet door hem was ontvangen. Maar omdat het om een consumentenkoop gaat oordeelde de rechter dat de wet (artikel 7:11 Burgerlijk wetboek) bepaalt dat de verkoper de daadwerkelijke ontvangst van het gekochte product moet aantonen (ECLI:NL:RBMNE:2019:4491).
Een afdruk van een pagina van een track en trace levert volgens de rechter nog geen bewijs voor de verkoper op dat de consument daadwerkelijk het product heeft ontvangen.
De argumenten die de rechter daarvoor dan opsomt zijn aldus dat:
- uit de afdruk van de track en trace pagina nog niet blijkt dat de drone daadwerkelijk in het pakket zat;
- het algemeen bekend is dat er weleens wat misgaat bij het leveren van pakketten;
- de verkoper zelf voor een manier van verzenden heeft gekozen die voor zijn risico komt.
De uitkomst is dat de verkoper geen bewijs kon leveren dat de consument daadwerkelijk de drone had ontvangen en dat de consument de betaling kon opschorten tot 14 dagen na feitelijke ontvangst van de drone. De consument in deze zaak kan daarmee nog steeds verlangen dat daadwerkelijk een drone aan hem door de verkoper wordt geleverd. Voor een verkoper is het gezien deze uitspraak dus van belang dat bij de levering van verkochte producten daadwerkelijk voor ontvangst door een consument wordt getekend.
Voor meer informatie of vragen over dit onderwerp kunt u bij Luc Tacx, Sumrin advocaten
tel. 06-5787 0988, l.tacx@sumrinadvocaten.nl | Someren, Asten, Deurne, Helmond e.o.