Concurrentie- en relatiebeding
Bijna niemand kijkt er meer van op als er in zijn of haar arbeidsovereenkomst een concurrentiebeding en/of een relatiebeding staat opgenomen. Als werknemer in spé is je onderhandelingspositie meestal niet zodanig, dat je nee kunt zeggen tegen een dergelijk beding. Vervolgens zit je er aan vast en dat kan op een later moment dan best wel eens een blok aan je been worden. Discussies over een concurrentie en/of een relatiebeding komen in de praktijk veelvuldig voor en daar moet niet lichtvaardig over worden gedacht. Voor werknemers is het dus opletten geblazen, al wil dat natuurlijk niet zeggen dat werkgevers bij dit soort discussies vrij spel hebben. Het enkele feit dat er een concurrentie- of relatiebeding is overeengekomen, betekent immers niet automatisch dat een werknemer daar zonder meer aan gehouden kan worden. Als werkgever zul je namelijk een belang moeten hebben bij handhaving van het concurrentiebeding. Het grootste belang van een werkgever bij handhaving van het concurrentiebeding is de bescherming van het bedrijfsdebiet van de werkgever. Maar wanneer de overstap van een werknemer naar een concurrent dat bedrijfsdebiet niet daadwerkelijk in gevaar brengt, dan is het nog maar de vraag of je als werkgever je op het beding kunt beroepen.
Het komt er uiteindelijk dus vooral op aan dat de belangen van zowel de werknemer als die van de werkgever afgewogen moeten worden, en dan is het goed om te weten welke belangen in dat kader het meeste gewicht in de schaal zullen leggen.