Maak je door omstandigheden niet direct gebruik van jouw omgevingsvergunning voor bouwen? Of liggen de bouwwerkzaamheden stil? Let op! De gemeente kan over gaan tot intrekking van jouw omgevingsvergunning indien er gedurende 26 weken geen bouwwerkzaamheden zijn verricht. Voorbereidende handelingen zoals het bouwrijp maken van de grond of het plaatsen van bouwhekken zijn geen bouwwerkzaamheden.
Bevoegdheid
De gemeente (het college van burgemeester en wethouders) heeft de bevoegdheid een omgevingsvergunning in te trekken. Enkele gemeenten hebben beleidsregels opgesteld voor het actief intrekken van omgevingsvergunningen of zijn bezig een zodanig beleid vorm te geven. Deze bevoegdheid tot het intrekken van de omgevingsvergunning ontstaat wanneer er gedurende 26 weken geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de omgevingsvergunning (artikel 2.33 lid 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). De gemeente moet actief gebruik maken van haar bevoegdheid. Wanneer de gemeente deze bevoegdheid niet gebruikt blijft de omgevingsvergunning in stand.
Indien de gemeente over wil gaan tot intrekking van de omgevingsvergunning, ontvang je doorgaans eerst een kennisgeving dat de gemeente voornemens is over te gaan tot intrekking. Hierop kan je reageren middels het indienen van een zienswijzen.
Bouwwerkzaamheden
Wat wordt verstaan onder het verrichten onder handelingen met gebruikmaking van de omgevingsvergunning is inmiddels uitgekristalliseerd in de rechtspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 januari 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:69) nog geoordeeld dat het uitvoeren van een verplicht bodemonderzoek niet kan worden aangemerkt als een handeling met gebruikmaking van de omgevingsvergunning.
Dit geldt ook volgens de Raad van State voor activiteiten voor het bouwrijp maken en egaliseren van de grond en het plaatsen van bouwhekken. Voorbereidingswerkzaamheden zoals bovengenoemde activiteiten zijn dus niet voldoende. Er moeten concrete handelingen worden verricht waarvoor de omgevingsvergunning is verleend. Er moeten dus bouwwerkzaamheden plaatsvinden. Dit moet je in ieder geval doen binnen 26 weken na het verkrijgen van de omgevingsvergunning of indien er al begonnen is met bouwen dan mogen de bouwwerkzaamheden niet langer dan 26 weken stil liggen.
Belangenafweging
Zoals zojuist aangegeven is het intrekken van een omgevingsvergunning een bevoegdheid van de gemeente. Bij gebruikmaking van die bevoegdheid moet de gemeente een deugdelijke belangenafweging maken. Bij de beslissing over intrekking van een omgevingsvergunning moeten alle in aanmerking te nemen belangen worden betrokken.
Daartoe behoren naast de door de gemeente gestelde belangen, waaronder de bescherming van planologische inzichten, ook de (financiële) belangen van vergunninghouder. Daarbij mag in aanmerking worden genomen of het niet tijdig gebruik maken van de vergunning aan de vergunninghouder is toe te rekenen.
Daarbij komt dat de enkele omstandigheid dat de houder van een omgevingsvergunning voor bouwen niet aannemelijk weet te maken dat hij deze alsnog binnen korte termijn zal benutten, voldoende om de intrekking van een ongebruikte omgevingsverguninig voor bouwen te rechtvaardigen. Zwaarwegende belangen aan de zijde van de vergunninghouder kunnen dat anders maken. Het enkele argument dat je als vergunninghouder grote (financiële) belangen hebt, is niet voldoende om intrekking tegen te houden.
Tot slot
Mocht je geconfronteerd worden met een voornemen tot intrekking van een omgevingsvergunning voor bouwen, laat je dan informeren naar de mogelijkheden. Moniek Peeters van Sumrin advocaten kan jou hierbij van dienst zijn (m.peeters@sumrin.nl of 0493-894752).