Eerder schreef ik al over de uitspraak in kort geding tegen de landbouwer die, in een kort geding aangespannen door omwonenden, een verbod opgelegd had gekregen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De landbouwer van onder meer tulpen en lelies ging in hoger beroep, en dat beroep werd op 6 juli jl. bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in een spoedprocedure behandeld. Op 10 juli jl. heeft het Gerechtshof uitspraak gedaan in de vorm van een kop-staartvonnis. Op 25 juli volgt de motivering van het Gerechtshof.
De mondeling behandeling
Tijdens de behandeling van het hoger beroep op 6 juli jl. is de vordering van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (hierna KAVB), om zich aan de zijde van de landbouwer te voegen in de procedure, behandeld. Het KAVB is een vereniging die opkomt voor de belangen van bloembollenbedrijven en de grote gevolgen die de uitspraak van 12 juni jl. met zich meebrengt ten aanzien van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De vordering is tijdens de behandeling op 6 juli jl. afgewezen, omdat het Gerechtshof van oordeel is dat het KAVB geen concreet belang heeft.
De uitspraak
Afgelopen maandag werd de uitspraak gepubliceerd. Het Gerechtshof heeft het vonnis in kort geding van 12 juni 2023 vernietigd en geoordeeld dat de landbouwer vier gewasbeschermingsmiddelen mag gebruiken (Rudis, Titus, Goltix en Olie H). Voor alle andere gewasbeschermingsmiddelen die de landbouwer gebruikt, blijft het verbod in elk geval de rest van het jaar gelden.
De reactie van de landbouwer
De landbouwer wordt dus iets meer ruimte gegeven in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en hij heeft in een reactie laten weten dat hij blij is met de uitspraak van het Gerechtshof. De landbouwer stelt zich terecht op het standpunt dat het uitgangspunt moet zijn dat alle gewasbeschermingsmiddelen die zijn toegelaten door het CTGB moeten kunnen worden gebruikt in de teelten.
