Als het gaat om hinder in het burenrecht dan bepaalt de wet (artikel 5:37 Burgerlijk Wetboek) dat je als eigenaar (of gebruiker) van een erf niet in een zodanige mate of wijze hinder aan een eigenaar van een ander erf hinder mag toebrengen die als onrechtmatig wordt aangemerkt. Als voorbeelden van hinder worden genoemd: rumoer, trillingen, stank, rook of gassen.
Niet elke hinder is onrechtmatig. Van buren mag worden verwacht dat zij ook rekening met elkaar houden om een “prettig en leefbaar” woonklimaat te realiseren. Dat brengt met zich mee dat enige hinder of overlast dient te worden geaccepteerd. De grens is echter moeilijk aan te geven omdat dit zeer afhankelijk is van de feiten. In de rechtspraak zijn criteria aangegeven op basis waarvan hinder of overlast als onrechtmatig moet worden beoordeeld. Er wordt dan gekeken naar de aard, de ernst, de duur, de omvang van de hinder en de schade die wordt aangebracht.
In de zaak van het ledlampje op de laadpaal oordeelde het Gerechtshof dat sprake is van onrechtmatige hinder. Ook als het ledlampje slechts op bepaalde tijdstippen licht uitstraalde of dat de auto voor de laadpaal geparkeerd stond, is sprake van onrechtmatige hinder. De intensiteit van het ledlampje van de laadpaal levert, aldus het Gerechtshof, al een ongeoorloofde mate van hinder op. Als goed buurman had deze ervoor moeten zorgen dat geen (fel) blauw, groen of rood led-licht in de richting van de woning van de overbuurvrouw uitstraalde. Van belang is daarbij ook dat met een vrij eenvoudige en goedkope maatregel – namelijk het plakken van een ondoorzichtige sticker op het ledlampje – de onrechtmatige hinder kon worden weggenomen. Het ledlampje leverde dus in dit geval onrechtmatige hinder op. Ben benieuwd of leveranciers van laadpalen nu standaard stickers gaan aanbrengen of leveren.
Voor meer informatie of vragen over dit onderwerp kunt u bij Luc Tacx, Sumrin Advocaten | Someren, Asten, Deurne, Helmond e.o.