Gebrekkig deskundigenoordeel? UWV aansprakelijk!

In een recente uitspraak heeft de Rechtbank Amsterdam het UWV veroordeeld om een schadevergoeding van bijna € 73.000,- te betalen, omdat het UWV een gebrekkig deskundigenoordeel had afgegeven. Wat was er aan de hand?

Aanvraag deskundigenoordeel

Het ging in deze zaak om een zieke werknemer waarbij de re-integratie niet echt soepel verliep omdat de werkgever van mening was dat de werknemer zich onvoldoende inspande in het kader van zijn re-integratie. In verband daarmee had de werkgever al maanden eerder de loonbetaling aan de werknemer stopgezet maar dat veranderde niet veel aan de opstelling van de werknemer. Nadat de werknemer niet was verschenen op een afspraak bij de bedrijfsarts en het daarna ook niet lukte een nieuwe afspraak met de werknemer te maken, was voor de werkgever de maat vol en werd besloten om tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst over te gaan. Daartoe zou dan een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter moeten worden ingediend en als voorwaarde geldt in zo’n geval, dat er een deskundigenoordeel bij het verzoekschrift moet worden overgelegd. Dus om die reden werd er door de werkgever bij het UWV een deskundigenoordeel aangevraagd.

Maar toen ging het mis. Allereerst omdat het ruim 3 maanden duurde voordat het UWV met het deskundigenoordeel kwam, terwijl eigenlijk een termijn van 2 weken geldt. Veel belangrijker was echter dat het UWV in het deskundigenoordeel tot de conclusie kwam dat de re-integratie-inspanningen van de werknemer voldoende waren geweest omdat er voor de nalatigheid in inspanningen een plausibele grond aanwezig was.

Minnelijke regeling

De uitkomst van het deskundigenoordeel was voor de werkgever dus negatief en hoewel de werkgever aanvankelijk van plan was om bij de kantonrechter een verzoekschrift in te dienen om de arbeidsovereenkomst ontbonden te krijgen, is de werkgever naar aanleiding van het deskundigenoordeel met de werknemer in overleg getreden. Er is toen een regeling getroffen waarbij de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd, onder toekenning van een transitievergoeding van € 99.269,76 en doorbetaling van het loon vanaf 1 juni 2019 tot 1 januari 2020. Alles bij elkaar heeft de werkgever toen ruim € 182.000,- bruto betaald aan de werknemer.

Klachtprocedure

De werkgever heeft tegelijkertijd echter ook een klacht ingediend bij het UWV over het deskundigenoordeel. Volgens de werkgever was het deskundigenoordeel namelijk gebrekkig te noemen. Onder meer omdat de arbeidsdeskundige die het oordeel had opgesteld, had nagelaten een verzekeringsarts in te schakelen en in plaats daarvan zelf een oordeel heeft gegeven over de (medische) vraag naar de belastbaarheid van de werknemer. Feitelijk was de arbeidsdeskundige daarmee dus buiten zijn expertise getreden.

In die klachtprocedure is het UWV nog wel zo fair geweest om toe te geven dat het deskundigenoordeel niet aan de kwaliteitseisen voldeed, maar het was voor het UWV een brug te ver om op grond daarvan ook nog aansprakelijk te erkennen. Dat deed het UWV dus niet en ook wilde het UWV geen schadevergoeding betalen.

Belang deskundigenoordeel

De werkgever liet het daarbij niet zitten en startte een gerechtelijke procedure op tegen het UWV bij de rechtbank Amsterdam.

Volgens de rechtbank is een belangrijk aspect in deze kwestie, het gewicht en de betekenis die aan een deskundigenoordeel toekomt in een geschil over re-integratie tussen werknemer en werkgever, onder meer bijvoorbeeld bij een ontbindingsprocedure. Mocht het na een deskundigenoordeel tot een procedure bij de kantonrechter komen, dan bindt het deskundigenoordeel de rechter weliswaar niet, maar de rechter zal dat oordeel vanwege de expertise van de opsteller daarvan in beginsel wel tot uitgangspunt nemen. Tegen een deskundigenoordeel staan bovendien niet de rechtsmiddelen van bezwaar en beroep open, omdat een deskundigenoordeel niet is aan te merken als een bestuurlijk besluit.

Onrechtmatig handelen UWV

De rechtbank Amsterdam oordeelde vervolgens dat er door het UWV geen zorgvuldig onderzoek had plaatsgevonden. Dat had vooral te maken met het eerder al genoemde gebrek, dat de arbeidsdeskundige geen verzekeringsarts had ingeschakeld en in plaats daarvan zelfstandig een oordeel had gegeven over de belastbaarheid van de werknemer. Het geven van een dergelijk medisch oordeel behoort echter niet tot de expertise van een arbeidsdeskundige.

Dat alles kwalificeert de rechtbank als ernstig onzorgvuldig en wel zodanig dat dit ook als onrechtmatig jegens de werkgever moet worden aangemerkt. En alles in ogenschouw nemend, komt de rechtbank dan tot het eindoordeel dat het UWV 40% van de schade (loondoorbetaling en transitievergoeding) moet dragen, oftewel wordt er een bedrag van € 73.062,54 aan schadevergoeding toegewezen aan de werkgever.

 

 

Vragen? Neem contact op met:

Edwin van Gerven

Wat steek je hiervan op?

  • Ben kritisch op de inhoud van een deskundigenoordeel van het UWV;
  • Een deskundigenoordeel van het UWV hoeft niet altijd juist te zijn;
  • Let op of het onderzoek van de deskundige op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden;

Ik zoek iets anders

Volg ons op social media

We delen verhalen, foto's en video's over ons en ons werk.

Contactinfo

Neem contact met ons op

Vragen? Neem dan gerust contact met ons op.

Voor de verwerking van persoonsgegevens: zie onze privacyverklaring.
Je gebruikt een verouderde webbrowser

Deze website maakt gebruik van moderne technieken die niet worden ondersteund door jouw webbrowser. Update mijn webbrowser

×