Brabantse vakantiegangers komen ze tegen op weg naar Zeeland: Windmolens. De één vindt ze foeilelijk. De ander vindt ze mooi en nuttig. Feit is dat als het aan de Provincie Noord-Brabant ligt, we ze ook in Oost-Brabant vaker tegen gaan komen. Volgens afspraken met het Rijk zorgt Brabant in 2020 voor 470,5 MW aan windenergie. De plannen van energiecoöperatie Zummere Power en het Duitse Energiekontor voor het bouwen van zes tot acht windmolens in de Diepenhoek in Someren-Heide gaat uit van 18 MW. Vanuit Veghel moet 15 MW opgewekt gaan worden. Maar wat zijn de juridische spelregels voor het realiseren van windmolens?
Windmolens in de rechtspraak
Over de aanvaardbaarheid van windmolens en windmolenparken is de afgelopen jaren door de Raad van State een uitvoerig afwegingskader gevormd. Een afwegingskader dat houvast biedt voor zowel windmolenondernemers als bezwaarmakers.
Waar wordt zoal over geklaagd als het gaat om windmolens
1. Zicht: mensen zien het niet zitten om tegen een windmolenpark aan te kijken. Zeker niet als ze vrij zicht gewend zijn. Dit is wat men noemt een ‘visuele verslechtering’ waar het gaat om ‘dominante zichtbaarheid van windmolens’.
2. Slagschaduw: mensen hebben verder last van de slagschaduw van draaiende rotorbladen. Dit houdt in dat als de windturbine zich tussen de zon en de woning bevindt. Dit levert schaduwflikkeringen op te vergelijken met een flikkerende tl-buis.
3. Geluid: in de literatuur en de jurisprudentie wordt gewezen op het hinderlijke karakter van het windturbinegeluid dat als zoeven of zwiepen kan orden omschreven.
Uit de jurisprudentie kan worden afgeleid dat windturbines op een afstand van meer dan 700 tot 800 meter van een woning niet worden aangemerkt als onaanvaardbaar en als oorzaak van planschade.
Waarover wordt nog meer geklaagd met duidelijk minder effect
4. Risico’s voor vogels: windmolens zouden een gevaar opleveren voor vogels en bijvoorbeeld vleermuizen. Ook het broedgedrag zou erdoor in gevaar komen. Deze zorgen van burgers krijgen in de rechtspraak niet vaak gehoor.
5. Veiligheid: voor de beoordeling van de veiligheid bij windmolens is de zogenoemde werpafstand relevant. Windmolens moeten op een bepaalde afstand van woningen af staan. Daar wordt bij de planning vaak al rekening mee gehouden en dus levert dit argument burgers doorgaans niet veel op.
6. Licht en gezondheid: ook licht en gezondheid wordt aangevoerd als argument maar deze argumenten hebben in de rechtspraak niet veel rendement. Obstakelverlichting is voor de luchtvaart van belang en van een wetenschappelijke relatie tussen gezondheid en windturbines wordt niet uitgegaan.
7. Natuurlandschappelijke waarden: horizonbeslag, aantasting van openheid, rust en ruimte zijn op dit punt vaak gehoorde argumenten. In zijn algemeenheid zullen natuurbelangen aan de orde zijn geweest in het kader van de vereiste vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet dan wel in het kader van de milieueffectrapportage. Deze argumenten zullen in de relatie burger en vergunningverlening weinig opleveren.
Belanghebbende
Belanghebbendheid is eerste drempel om iets te kunnen doen als bedrijf of burger. Je kunt alleen iets doen tegen een besluit om windmolens te plaatsen, als je er gevolgen van enige betekenis van ondervindt in je woon,-leef-of bedrijfssituatie. Dat betekent dat je bijvoorbeeld op korte afstand zit (binnen 10 keer de ‘tiphoogte’) van de windmolens of zicht hebt daarop of last hebt van geluid, flikkering licht, trilling etc. Als je geen gevolgen van enige betekenis ervan ondervindt maar windmolens je gewoon tegenstaan, dan heeft het geen zin om tegen een besluit om windmolens te plaatsen, op te komen. Dat is nu eenmaal de situatie in het bestuursrecht.
Tot slot
Wil je weten of het zin heeft om voor jou in actie te komen of juist zeker weten dat je niet zoals Don Quichote tevergeefs vecht tegen windmolens zoals in het wereldberoemde boek van Cerventes? Neem dan contact op met Moniek Peeters (m.peeters@sumrin.nl) van Sumrin advocaten.