Spuitzone minder dan 50 meter behoeft deugdelijke onderbouwing

Net als geluid, geur en luchtkwaliteit, moet ook met het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de nabijheid van een woning rekening worden gehouden bij de vaststelling van een bestemmingsplan. In de rechtspraak komt steeds meer duidelijkheid over de vraag: hoe hier mee om te gaan?

Goede ruimtelijke ordening

In een bestemmingsplan dient te worden beoordeeld of sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Daarbij dient onder andere rekening te worden gehouden met het gebruik van bestrijdingsmiddelen en de volksgezondheid. In dat kader kan het noodzakelijk zijn om een spuitvrije zone ten behoeve van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen aan te houden. Bij het vaststellen van deze zone dient enerzijds beoordeeld te worden of ter plaatse van een woning een aanvaardbaar woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden anderzijds dienen ook de belangen van de telers beschermd te worden.

Vaste afstand?

Er zijn geen wettelijke bepalingen inzake minimaal aan te houden afstanden. Een afstand van 50 meter tussen gevoelige functies en agrarische bedrijvigheid waarbij gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, wordt in de rechtspraak niet onredelijk geacht. De rechtspraak heeft inmiddels laten zien dat een kortere afstand ook aanvaardbaar kan zijn, mits hieraan een goede onderbouwing ten grondslag ligt. Deze onderbouwing kan bestaan uit het verrichten van locatiespecifiek onderzoek. Dit is bevestigd in de uitspraak van de Raad van State van 30 maart 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:855).

In welke gevallen een kortere afstand dan 50 meter?

Afstand 10 meter? 
Een spuitzone van slechts 10 meter tussen fruitteeltgronden en twee burgerwoningen is recent door de Raad van State geaccepteerd (Raad van State 4 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1179). Aan de motivering lag een locatiespecifiek onderzoek ten grondslag.

Het spuitzonerapport ging uit van het slechtste scenario, inhoudende dat fruitteelt op de gronden plaatsvond, dit gebruik tot op de onderlinge perceelsgrens was toegestaan en dat, gedurende het hele jaar, gewerkt werd met het gewasbeschermingsmiddel captan. Voorts is er van uitgegaan dat op de fruitteeltgronden driftbeperkende spuitmethoden werden gebruikt, omdat de aanwezigheid van een watertoevoerende sloot aan de noord- en oostzijde van de gronden verplicht tot gebruik van die spuitmethoden. Ook werd in het spuitzonerapport rekening gehouden met de windrichting en met een in de winter bladhoudende haag van tenminste 3 meter hoog die direct langs de gronden was gesitueerd en voor een driftreductie zou zorgen. Verder werd in het spuitzonerapport verwezen naar rapporten van Plant Research International (PRI) van 2008 en 2012.

De Raad van State achtte dit deze onderbouwing voldoende om te kunnen stellen dat sprake was van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en dat de teler niet werd beperkt in zijn bedrijfsvoering.

Afstand 5 meter? 
Dat elke situatie anders is blijkt wel uit de uitspraak van de Raad van State van 18 mei 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1339). In deze situatie werd een spuitzone van slechts 5 meter tussen de boomgaard, waar gewasbeschermingsmiddelen kunnen worden gebruikt, en een woning niet geaccepteerd.

Het plan miste een deugdelijke motivering. Niet onderbouwd was waarom het gebruik van drift reducerende spuittechnieken als representatieve invulling van de maximale planologische mogelijkheden kon worden beschouwd. Ook was niet onderbouwd waarom afgeweken mocht worden van het PRI-rapport waarin staat dat bij een standaard spuittechniek en een wintergroene windhaag een minimale afstand van 5 meter in een volbladsituatie tot 15 meter in een kale boomsituatie nodig is. Ook achtte de Raad van State een enkele verwijzing naar het rapport van de Gezondheidsraad onvoldoende, nu uit dit rapport volgt dat nader blootstellingsonderzoek noodzakelijk is.

In deze situatie was de Raad van State van mening dat onvoldoende onderzocht was of voor de bewoners van de woning gezondheidsrisico’s waren te verwachten als gevolg van de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen in de naastgelegen boomgaard. Een aanvaardbaar woon- en leefklimaat was ter plaatse van de woning niet gewaarborgd.

Conclusie

Een kortere spuitzone dan 50 meter wordt door de Raad van State acceptabel gevonden. Hieraan dient dan wel een deugdelijke onderbouwing aan ten grondslag te liggen. Dit kan middels een locatiespecifiek onderzoek dat is opgesteld op basis van de beschikbare huidige kennis, waarbij de specifieke omstandigheden van het geval tot uitgangspunt zijn genomen en onderzocht.

Voor meer informatie over dit onderwerp kan je terecht bij Moniek Peeters (m.peeters@sumrin.nl).

Vragen? Neem contact op met:

Moniek Peeters

Ik zoek iets anders

Volg ons op social media

We delen verhalen, foto's en video's over ons en ons werk.

Contactinfo

Neem contact met ons op

Vragen? Neem dan gerust contact met ons op.

Voor de verwerking van persoonsgegevens: zie onze privacyverklaring.
Je gebruikt een verouderde webbrowser

Deze website maakt gebruik van moderne technieken die niet worden ondersteund door jouw webbrowser. Update mijn webbrowser

×