Luchtkwaliteit beoordelen bij plattelandswoningen

In mijn artikel van 4 december 2014 ben ik uitvoerig ingegaan op de vraag wat nu precies een plattelandswoning is. Door een zeer recente uitspraak van de Afdeling van 4 februari 2015 (nr. 201306630/5) moet dit artikel worden aangevuld. In deze uitspraak is duidelijk geworden dat het toekennen van een plattelandswoning in bijvoorbeeld een bestemmingsplan gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingsmogelijkheden van een agrarische bedrijf ten aanzien van het aspect luchtkwaliteit.

Aan een agrarisch perceel was in het nieuwe bestemmingsplan de aanduiding “specifieke vorm van wonen – voormalige agrarische bedrijfswoning” toegekend (plattelandswoning). Op dit perceel stond een woning die in eigendom was van de bewoner, maar deze bewoner had geen bindingen met het daar gevestigde agrarisch bedrijf. In de uitspraak van de Afdeling van 4 februari 2015 stond de vraag centraal of het toekennen van de aanduiding “specifieke vorm van wonen – voormalige agrarische bedrijfswoning” belemmeringen vanwege het aspect luchtkwaliteit met zich kan brengen voor de ontwikkelingsmogelijkheden van het daar gevestigde agrarisch bedrijf.

De Afdeling beantwoordt deze vraag bevestigend. Op grond van de Wet milieubeheer moet bij omgevingsvergunningen voor milieu de luchtkwaliteit in beginsel op alle plaatsen beoordeeld worden. Hierop geldt een uitzondering, namelijk als sprake is van een “arbeidsplaats”. In dat geval gelden andere regels op basis waarvan de gezondheid en veiligheid van werknemers worden beschermd.

De Afdeling is van oordeel dat een plattelandswoning niet kan worden aangemerkt als een arbeidsplaats, indien de bewoner geen binding heeft met het agrarisch bedrijf. Aangezien de bewoner in casu geen binding had met het agrarisch bedrijf, dient bij een eventuele omgevingsvergunning voor milieu voor het agrarisch bedrijf de luchtkwaliteit ter plaatse van de plattelandswoning beoordeeld te worden. Dit betekent dat het toekennen van een plattelandswoning in een bestemmingsplan of ander plan gevolgen zou kunnen hebben voor de ontwikkelingsmogelijkheden van een agrarisch bedrijf.

De ingenomen stelling bij de invoering van de Wet Plattelandswoningen dat een plattelandswoning die in juridisch-planologisch opzicht nog deel uitmaakt van het bijbehorende bedrijf niet wordt beschermd tegen emissie van fijn stof vanuit dat “eigen” bedrijf, is dan ook onjuist. Voor het aspect luchtkwaliteit moet hierop een uitzondering worden gemaakt.

Voor meer informatie over plattelandswoningen kunt u terecht bij Moniek Peeters (m.peeters@sumrin.nl).

Vragen? Neem contact op met:

Moniek Peeters

Ik zoek iets anders

Volg ons op social media

We delen verhalen, foto's en video's over ons en ons werk.

Contactinfo

Neem contact met ons op

Vragen? Neem dan gerust contact met ons op.

Voor de verwerking van persoonsgegevens: zie onze privacyverklaring.
Je gebruikt een verouderde webbrowser

Deze website maakt gebruik van moderne technieken die niet worden ondersteund door jouw webbrowser. Update mijn webbrowser

×