Geen asbestdakenverbod.
Onbetwist is dat asbest kankerverwekkend is en niet goed voor ons. Maar het zit nu eenmaal nog in veel materialen en producten van voor 1994. Als asbest goed vast zit en het niet makkelijk beschadigen kan, is er niet zoveel aan de hand. Zo is het wetsvoorstel asbestdakenverbod per 2024 verworpen. In plaats van een verbod is er een ‘samenwerkingsverklaring aanpak asbestdaken’ en een fonds om particuliere dakeigenaren met leningen voor asbestsanering te helpen.
Wel een asbestwegenverbod.
Het bezit van een asbesthoudende weg is sinds 1 januari 2000 wél verboden. Dit verbod vloeit voort uit het Besluit asbestwegen milieubeheer.
Van het bezit van een asbestweg moet de eigenaar melding doen bij de minister. Bovendien moet de eigenaar ervoor zorgen dat gebruikers van die weg niet aan asbest worden blootgesteld. De eigenaar van een asbestweg kan op grond van artikel 2 lid 1 Besluit asbestwegen worden aangeschreven om de weg conform het asbestverwijderingsbesluit te saneren.
Wat wordt verstaan onder asbestwegen.
Wat wegen zijn in de zin van het Besluit asbestwegen milieubeheer, moet ruim worden uitgelegd zoals blijkt uit de definitiebepaling in artikel 1. Onder de reikwijdte vallen ook erven en parkeerplaatsen, bermen en taluds. Het verbod op basis van artikel 2 van dit besluit geldt voor alle asbestwegen in Nederland. Niet iedere fractie asbest maakt een weg verboden.
Omstandigheden waaronder het asbestwegverbod niet geldt.
Het verbod van artikel 1 van het Besluit asbestwegen is niet van toepassing op een weg waar de concentratie asbest onder de norm blijft van 100 milligram per kilogram droge stof. Ook is het verbod op grond van artikel 2 lid 3 Besluit asbestwegen niet van toepassing op een weg waarvan de eigenaar heeft aangetoond dat het asbest is aangebracht voor 1 juli 1993 en het asbest wordt afgeschermd door een verharding die geen asbest bevat. Die verharding moet dan bestaan uit asfalt, klinkers of beton.
Spoedeisende bestuursdwang op een asbestvrije weg.
Tot grote verrassing van één van onze klanten werd onlangs een deel achter op zijn perceel afgezet onder de noemer spoedeisende bestuursdwang. Met lint. Zoals in politieseries gebeurt. De acute noodzaak tot handhaving werd later nog eens benadrukt door een op schrift gestelde combinatie van bestuursdwang en een last onder dwangsom. Een combinatie die overigens op grond van artikel 5:7 Awb niet is toegestaan. Hoe dan ook werd het verboden het terrein te betreden. Dat zou pas weer mogen als herstelmaatregelen zouden zijn genomen die feitelijk een asbestinventarisatie en een asbestsanering inhielden.
Aanleiding handhavingsbesluiten.
De aanleiding voor alle toeters en bellen was dat er door een toezichthouder bij controle, een stukje asbesthoudend materiaal zou zijn gevonden. De handhaving werd gebaseerd op de algemene zorgplichtbepalingen uit verschillende ruimtelijke wetten. Bepalingen die door de wetgever als vangnet zijn bedoeld maar die worden gebruikt om eigenaren tot asbestinventarisatie en asbestsanering te dwingen. Uit asbestinventarisatie bleek de betreffende weg helemaal vrij te zijn van asbest.
Van overschrijding van de norm niet gebleken.
Het toezichtrapport dat als basis diende voor handhaving was nogal rommelig. Onduidelijk was waar dat stukje gevonden zou zijn. De twee of drie verschillende monsters waren niet genummerd en dus niet te herleiden tot de resultaten van het lab. Een weg is echter pas een verboden asbestweg als de concentratie serpentijnasbest, vermeerderd met tien maal de concentratie amfiboolasbest, hoger is dan 100 milligram per kilogram droge stof. Ook dat was uit de analyse niet gebleken.
Specifieke asbestbepalingen en zorgplicht.
In ruimtelijke wet- en regelgeving zijn enkele specifieke asbestbepalingen opgenomen zoals bijvoorbeeld in het Besluit asbestwegen milieubeheer. De praktijk laat zien dat de algemene zorgplichtbepalingen uit de verschillende ruimtelijke wetten als grondslag worden genomen om handhavend op te treden tegen asbestgerelateerde problemen. Asbest is nu eenmaal gevaarlijk, zo wordt geredeneerd. De bestuursrechter oordeelt echter met regelmaat dat handhaving onrechtmatig is omdat er geen concreet wetsartikel is overtreden.