De gezondheidsrisico’s die agrarische bedrijven voor de mens met zich brengen, vragen steeds meer aandacht in het omgevingsrecht. Zo ook in een tweetal uitspraken van de Raad van State van 10 september 2014. In de ene uitspraak stond een bestemmingsplan ter discussie waarin was vastgelegd dat binnen een afstand van 50 meter van spuitgevoelige functies (woningen en bijbehorende tuinen) niet met gewasbeschermingsmiddelen of biociden mocht worden gespoten. In een andere uitspraak stond een bestemmingsplan ter discussie waarin vaste afstanden waren opgenomen die gehanteerd moesten worden bij de uitbreiding van een intensieve veehouderij.
Gezondheidsrisico van gewasbeschermingsmiddelen
In de uitspraak van de Raad van State van 10 september 2014 stond een bestemmingsplan ter discussie waarin was vastgelegd dat binnen een afstand van 50 meter van spuitgevoelige functies (woningen en bijbehorende tuinen) niet met gewasbeschermingsmiddelen of biociden mocht worden gespoten.
Afstand 50 meter?
Centraal stond de volgende vraag: mag een gemeente een afstand opnemen in het bestemmingsplan enkel vanwege het feit dat er zorgen zijn over de effecten van gewasbeschermingsmiddelen voor de gezondheid van omwonenden van landbouwpercelen waar deze middelen worden toegepast. De Raad van State stelde voorop dat er wat betreft het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen geen wettelijke bepalingen zijn inzake de minimaal aan te houden afstand tussen gronden waarop gewassen worden gekweekt en nabijgelegen woningen. In het kader van een bestemmingsplan dient een afweging van alle bij het gebruik van de gronden betrokken belangen plaats te vinden, het milieubelang niet uitgezonderd, waarbij de aan te houden afstand tussen de verbouw van gewassen en nabijgelegen gevoelige objecten zodanig gekozen dient te worden dat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse van het gevoelig object kan worden gegarandeerd.
Onderzoek Gezondheidsraad onvoldoende
De Raad van State oordeelde dat een enkele verwijzing naar een onderzoek van de Gezondheidsraad waarin de zorgen over de gezondheidsrisico’s zijn geuit, onvoldoende aannemelijk maakt dat het hanteren van een afstand van 50 meter noodzakelijk is.
Gezondheidsrisico’s van veehouderijen
Maar hoe zit het dan bij veehouderijen? In een andere uitspraak van de Raad van State van 10 september 2014 werd hierover een oordeel gegeven. In het bestemmingsplan waren vaste afstanden opgenomen die gehanteerd moesten worden bij een uitbreiding van een intensieve veehouderij.
Afstand 250 tot 1.000 meter?
De Raad van State oordeelde dat de raad de bevoegdheid heeft om in een bestemmingsplan een regeling op te nemen ter behartiging van ruimtelijk relevante belangen, bijvoorbeeld door het hanteren van een afstand tussen bepaalde functies. Hieraan moet dan een voldoende draagkrachtige motivering ten grondslag liggen. De Raad van State stelde voorop dat aspecten van volksgezondheid, zoals de mogelijke bescherming van dierziekten vanwege nabijgelegen agrarische bedrijven, een mee te wegen belang is. De bestrijding van besmettelijke dierziekten vindt echter zijn regeling primair in andere regelgeving. Voorts kunnen aan te verlenen omgevingsvergunningen voorschriften worden verbonden om de gevolgen voor de volksgezondheid te voorkomen dan wel te beperken. Hieruit volgt dat de mogelijke besmetting van dierziekten een ruimtelijk relevant belang is.
GGD-advies ontoereikend
De Afdeling oordeelde dat uit het aan het plan ten grondslag liggende GGD-advies niet volgt dat een uitbreiding van een intensieve veehouderij vanuit het oogpunt van volksgezondheid moet worden verboden binnen een bepaalde afstand tot een woning. De keuze van de raad om bij gebreke van algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten over de gezondheidsrisico’s van intensieve veehouderijen uit te gaan van maximale afstanden die in het GGD-advies worden genoemd, achtte de Afdeling onvoldoende draagkrachtig gemotiveerd. Dat binnen de gemeente een groot aantal intensieve veehouderijen is gevestigd en dat maatschappelijke onrust is ontstaan over de gevolgen daarvan voor de volksgezondheid, is daarbij niet relevant.
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Moniek Peeters (m.peeters@sumrin.nl) van Sumrin advocaten . Wilt u deze informatie nog eens op uw gemak lezen, download hier dan het pdf-bestand van deze nieuwsflits.