Fair-play: openheid, eerlijkheid en royaliteit is bestuursfatsoen.
Het fair-play beginsel betekent dat een burger een eerlijke kans moet krijgen om voor haar belangen op te komen. Gewoon bestuursfatsoen eigenlijk. Het beginsel is ontwikkeld in de vorige eeuw. Wiarda sprak (in algemene beginselen van behoorlijk bestuur, 1952) over eisen van openheid, eerlijkheid en royaliteit. Na invoering van de Awb is het beginsel min of meer verengd naar het formele zorgvuldigheidsbeginsel van artikel 3:2 Awb en het verbod van vooringenomenheid van artikel 2:4 Awb. In artikel 2:4 van de Awb staat dat bestuursorganen hun taak moeten vervullen zonder vooringenomenheid en dat ervoor moet worden gewaakt dat personen die bij het bestuursorgaan horen, een persoonlijk belang hebben bij een besluit. In het toeslagendrama was het beginsel van fair-play de kapstop voor de ombudsman om het ontbreken van bestuursfatsoen bij de belastingdienst aan het licht te brengen. Misschien kunnen we die kapstok in de rechtspraak ook niet missen.
Fair-play: kapstok ombudsman maar niet van de Afdeling.
Volgens de ombudsman werd het de ouders feitelijk onmogelijk gemaakt om zich te weer te stellen tegen de belastingdienst. Dat was in strijd met dat beginsel van fair play. Bij de ombudsman gaat het om bejegeningskwesties. In de rechtspraak om bestuursbesluiten. Maar in de rechtspraak wordt ook vaak een beroep gedaan op fair-play. Dat beroep wordt echter maar zelden gehonoreerd. In de week dat de Afdeling haar lessen uit de kindertoeslagaffaire (Reflectierapport van de Afdeling bestuursrechtspraak) presenteert wordt door de Afdeling in een uitspraak van 17 november 2021 geïllustreerd, hoe zij aankijkt tegen het beginsel van fair-play (ECLI:NL:RVS:2021:2586). In die uitspraak zie je hoe de betreffende aanvrager zich gepiepeld voelt door de overheid. Hij doet er alles aan om het fair-play beginsel op het menu te krijgen. Maar tevergeefs.
Afwijzing beroepen op fair-play maar negatieve beeld ontgaat de Afdeling niet.
Waar gaat het om in ECLI:NL:RVS:2021:2586. De burgemeester van Amsterdam heeft een in 2017 exploitatievergunning geweigerd en een aanvraag om een Drank- en Horecawetvergunning (hierna: DHW-vergunning) niet behandeld. De kwestie wordt -nadat hier en daar wat procedurele zaken zijn hersteld welke duidelijk maken dat het enthousiasme van de zijde van het bestuur al niet overhoudt- voor de tweede keer door de Raad van State behandeld. De aanvrager meent duidelijk dat hij gepiepeld wordt door het bestuur. Hij kaart dat aan in verschillende beroepsgronden op basis van artikel 2:4 Awb. Het gaat dan om het optreden van een ambtenaar, de lange duur van de procedure, nieuwe stukken in het geding brengen, niet willen ingaan op Wob-verzoek etc.. De Afdeling wijst een beroep op schending van artikel 2:4 Awb in alle toonaarden van de hand. Uit wat de Afdeling heeft overwogen op het punt van de rechtmatigheid blijkt alleen wel dat de Afdeling wel ziet dat het bestuur een nogal negatief beeld van de aanvrager heeft geschapen. En dat dat negatieve beeld niet door veel feiten wordt onderbouwd. De Afdeling plaatst dat negatieve beeld ook niet in de context van het fair-play beginsel.
Fair-play is de bechamelsaus in de lasagne.
De Afdeling oordeelt dat het besluit niet goed gemotiveerd is en het bestuur krijgt weer zes weken de kans om alsnog te onderbouwen wat er waar is van dat negatieve beeld en waarom het goede woon- en leefklimaat daarmee dan op het spel staat. Staatsraad mevrouw de Moor-van Vugt noemde het Fair-Play beginsel in 25 jaar Awb op p. 394- een soort van vergeten groente die een revival door zou maken omdat het een lacune zou opvullen bijvoorbeeld bij dubbele boeteprocedures en de verdeling van schaarse rechten. Als de burgemeester nu binnen zes weken opnieuw niet komt tot een onderbouwing van haar negatieve oordelen van aanvrager, dan zou wellicht ook de vergeten groente van het royale fair-play beginsel in de kerstlasagne van de Afdeling mogen wat mij betreft. Met alle andere goede voornemens zoals een kritischer opstelling, meer dialoog en tegenspraak, minder dicht timmeren en meer zaak voor zaak kan een revival van de vergeten groenten van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur een prachtige lasagne opleveren. Maar fair-play is in mijn optiek meer dan een vergeten groente. Het is de onmisbare bechamelsaus. Magere sausvarianten maken een lasagne nooit compleet.