Veehouderijbedrijven dienen op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 altijd te beschikken over een natuurbeschermingswetvergunning (Nbw-vergunning) als de activiteiten schadelijk zijn voor de beschermde natuur. Het verkrijgen van een Nbw-vergunning blijkt in de praktijk erg lastig te zijn, aangezien geen enkele toename van de stikstofdepositie op het beschermde natuurgebied (Natura 2000-gebied) is toegestaan. Daarom wordt vaak gebruik gemaakt van externe saldering.
Wat is externe saldering
Bij externe saldering wordt de toename van de stikstofdepositie op het Natura 2000-gebied toegestaan, indien tegelijkertijd op hetzelfde Natura 2000-gebied de stikstofdepositie door het geheel of gedeeltelijk beëindigen van een ander bedrijf afneemt. De toename van de stikstofdepositie wordt verrekend met de afname. Externe saldering is in beginsel mogelijk met een milieuvergunning die is verleend voor de referentiedatum en die na die datum is ingetrokken. Deze vorm van saldering is alleen toegestaan als er per saldo niet meer stikstofdepositie op het Natura 2000-gebied terecht komt en als er sprake is van directe samenhang tussen de ammoniakrechten van het stoppend/gestopt bedrijf en het nieuw te vestigen/uit te breiden bedrijf.
Rechtspraak
In de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 13 november 2013 (nrs. 201303243/1/R1 en andere) heeft de Afdeling geoordeeld dat directe samenhang aanwezig is, indien vaststaat dat de bedrijfsvoering van het stoppend/gestopt bedrijf daadwerkelijk wordt of is beëindigd en de omgevingsvergunning voor milieu daadwerkelijk is of zal worden ingetrokken ten behoeve van de uitbreiding dan wel nieuwvestiging van het andere bedrijf. Dat sprake is van directe samenhang kan worden aangetoond door een intrekkingsbesluit of door een gesloten overeenkomst tussen beide bedrijven. Zowel ten tijde van het intrekkingsbesluit als ten tijde van het sluiten van de overeenkomst dient het stoppend bedrijf feitelijk nog aanwezig te zijn. Dit houdt in dat het stoppend bedrijf hervat kan worden zonder dat daarvoor een Nbw-vergunning is vereist. Niet is vereist dat het vee nog aanwezig is.
Met deze rechtspaak was duidelijk hoe externe saldering diende plaats te vinden. In de uitspraak van de Afdeling van 9 april 2014 (nr. 201303953/1/R2) is dit nog nader gespecificeerd. In deze uitspraak speelde namelijk de vraag of externe saldering voldoende is verzekerd indien enkel de omgevingsvergunning voor milieu wordt ingetrokken van het stoppend bedrijf en niet de Nbw-vergunning. De Afdeling beantwoord deze vraag bevestigend. De Afdeling acht het uiterst onwaarschijnlijk dat de Nbw-vergunning van een gestopt bedrijf (opnieuw) zal worden gebruikt indien de omgevingsvergunning voor milieu voor dat bedrijf is ingetrokken. Gelet op het voorgaande kan worden geconcludeerd dat voor externe saldering het niet noodzakelijk is dat de Nbw-vergunning ook wordt ingetrokken.
Wilt u meer weten over dit actuele onderwerp, neem dan contact op met Moniek Peeters (m.peeters@sumrin.nl).