Veel bestemmingsplannen maken het mogelijk een stuk agrarisch grasland ook voor ‘iets recreatief’ te (laten) gebruiken. In de planregels staat dan dat extensief recreatief medegebruik mogelijk is of (dag)recreatief medegebruik. Maar wat betekenen die termen nu precies? Met andere woorden: wat mag er dan precies in uw wei? In deel I over dit onderwerp een overzicht van wat verschillende planwetgevers in onze regio zeggen dat eronder moet worden verstaan. In deel II volgt dan aan de hand van een aantal voorbeelden wat de rechtspraak vindt dat kan. We zijn benieuwd naar uw visie na lezing van dit stuk. Leuk als u ons daarover mailt.
1. Deurne
In Deurne wordt onder extensief recreatief medegebruik verstaan, ‘die vormen van natuurvriendelijke recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen’. De vraag is natuurlijk wat nu precies natuurvriendelijke recreatie is. Voor de één is dat een stranddag aan zee met een radio en een volle picknickmand en voor de ander is dat een wandeling met water en een appel, in de duinen. De suggestie die wordt gewekt is dat er breed overeenstemming is over welke vorm van recreatie het meest gericht is op natuur en landschapsbeleving. De planwetgevers in Deurne en Asten vinden dat dat bij wandelen en fietsen zonder meer aan de orde is. Maar ziet u die groepen mountainbikers op zondag in hoofdzaak genieten van de natuur?
2. Asten
Asten heeft dezelfde definitie als Deurne in haar planregels staan de aanvulling dat in Asten bij extensief recreatief medegebruik ook nog beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan zoals paden, banken e.d. Dat werpt dan weer een ander licht op de zaak. De natuurbeleving mag immers ook nog wat worden opgetuigd. Asten heeft daarnaast ook nog recreatief medegebruik als mogelijke vorm. Daaronder wordt dan verstaan, ‘díe vormen van openluchtrecreatie, die plaats hebben in een omgeving met een niet-recreatieve hoofdfunctie, waarbij het medegebruik in principe ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en het hoofdgebruik’.
Ik zie niet zo heel goed wat het onderscheid is tussen het Astense extensief recreatief medegebruik en het Astense recreatief medegebruik. In ieder geval is er niets in de definitie, dat er op wijst, dat recreatief medegebruik, intensiever is dan extensief recreatief medegebruik en dus dat dát het onderscheidend criterium is. De vraag die verder gesteld kan worden is of bij extensief recreatief medegebruik ook sprake moet zijn van de benutting van het hoofdgebruik. Dat staat in ieder geval niet zo in de definitie. Het woordje medegebruik suggereert echter wél dat er ook nog ander gebruik is. Aan de andere kant staat in de andere definitie -nl. die van recreatief medegebruik- nu juist wél dat er sprake moet zijn van ondergeschiktheid aan het hoofdgebruik. Dat zou er dan op kunnen wijzen dat dáár in ieder geval óók gebruik conform de hoofdbestemming moet plaatsvinden en dat dat bij extensief recreatief medegebruik niet zo is. Anders had het er immers wel gestaan.
3. Bergeijk
In Bergeijk verstaat men onder extensieve (openlucht)recreatie: ‘vormen van recreatief medegebruik van het agrarisch en/of natuurgebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen substantieel beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en strandjes’.
Onder extensief recreatief medegebruik verstaat men daar: ‘een vorm van recreatief medegebruik die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven doeleinden zoals wandelen, fietsen en dergelijke’.
Ook hier vinden we het lastig de onderscheidende criteria te duiden. Geen substantieel beslag verschilt immers toch niet substantieel van medegebruik die nauwelijks of geen invloed heeft op de bestemming? Ziet u het verschil? In Bergeijk is er dan zelfs nog een andere mogelijkheid namelijk recreatief medegebruik. Dat is ‘een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan’. Blijkbaar gaat het hier dan om recreatief gebruik dat méér invloed heeft op de hoofdbestemming of waar wel een substantieel beslag wordt gelegd op de ruimte, dan bij de extensieve vorm? Weet u het?
4. Peel en Maas
Recreatief medegebruik houdt in Peel en Maas in, dat ‘de recreatieve activiteiten ondergeschikt dienen te zijn aan de functie van de bestemming waarbinnen dat recreatieve gebruik is toegestaan, én voorzover de overige functies van de gronden dit toelaten’. Bij dit laatste element -en voorzover de overige functies dat toelaten- schiet onze fantasie tekort. Wanneer zou de overige functie van een stuk grasland of bos, recreatief medegebruik nu níet toelaten, terwijl het wél om ondergeschikt gebruik gaat ten opzichte van de hoofdbestemming? Zegt u het maar.
5. Mierlo en Nuenen
Mierlo houdt het kort en kent alleen extensief recreatief medegebruik. Dat is dan omschreven als een vorm van recreatief medegebruik die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving gegeven doeleinden. Nuenen koppelt deze zelfde definitie, aan het al dan niet gemotoriseerd zijn als onderscheidend criterium. Dat laatste geeft in ieder geval houvast. Extensief recreatief medegebruik mag geen herrie opleveren van motoren.
6. Venray
Venray gaat mee met de tijd en heeft twee vormen van dagrecreatief medegebruik.
Vorm 1: ‘’dagrecreatie die in de open lucht plaatsvindt in gebieden waar de hoofdfunctie een andere is; hieronder worden in ieder geval verstaan: wandelen, fietsen, paardrijden of kanoën’.
Vorm 2: ‘tijdelijk medegebruik van grasland akkerbouwgrond of onbebouwde agrarische grond voor kleinschalige dagrecreatie waaronder kleinschalige recreatieve luchtvaart ten behoeve van luchtballonvaren en ultralights’. In Venray mag je op een stuk agrarische grond dus ook de lucht in.
Wat denkt u? Mag u op uw agrarische grond, waar (extensief) recreatief medegebruik is toegestaan bootcampen? Hoe staat het met een maïsdoolhof of het vliegen met modelvliegtuigjes? In Helmond wordt bij boer Kuijpers al een eeuw een wei onder water gezet om als het gaat vriezen als ijsbaan te dienen. Mag dat eigenlijk wel denkt u? En de trekker trek? Een niet erg op stille natuurbeleving gerichte traditie op het platteland?
Mailt u ons vooral uw antwoorden op deze vragen en uw reactie of vragen. We zijn erg benieuwd. Neem gerust contact op met Moniek Peeters (06-57870999 / m.peeters@sumrin.nl)