Het komt regelmatig voor dat bedrijven geconfronteerd worden met de mededeling van de gemeente dat bepaalde activiteiten op hun perceel niet zijn toegestaan. Dit kan vergaande consequenties hebben, denk aan het staken van (bedrijfs)activiteiten of zelfs verplichte bedrijfsverplaatsing. Strijdigheid met het bestemmingsplan is in de meeste gevallen de boosdoener van dit verhaal. In de discussie wordt regelmatig verwezen naar gemaakte afspraken met de overheid. Helaas bieden deze vaak geen soelaas!
Beginselplicht tot handhaving
Volgens vaste rechtspraak geldt er een zogenaamde beginselplicht tot handhaving. Dat betekent dat een bestuursorgaan bij een verzoek om handhaving of indien zij zelf een overtreding van wet- en regelgeving aantreft, (in beginsel) tot handhaving over moet gaan.
Slechts in uitzonderlijke gevallen kan het bestuursorgaan afzien van handhavend optreden. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat (klik hier voor mijn eerder artikel over concreet zicht op legalisatie). Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.
Bijzondere omstandigheid: afspraken met de gemeente?
Een recente uitspraak van de Afdeling laat zien dat de consequenties van bestuurlijke handhaving groot kunnen zijn (AbRvS 11 januari 2017 ECLI:NL:RVS:2017:31). Ondanks dat er afspraken waren gemaakt met de gemeente, vormde dit geen bijzondere omstandigheid om niet handhavend op te treden.
In casu werd een bedrijf geconfronteerd met een besluit van de gemeente waarbij een last onder dwangsom werd opgelegd. Op het perceel waren vijftien zeecontainers in strijd met het huidige bestemmingsplan aanwezig. Eveneens waren voor deze zeecontainers geen omgevingsvergunningen voor bouwen verleend. De gemeente had gelast dat de zeecontainers verwijderd moesten worden.
Het bedrijf voerde aan dat hier sprake was van een bijzondere omstandigheid, zodat de gemeente niet in redelijkheid tot handhaving had kunnen overgaan. Het perceel was immers door het college aan het bedrijf aangeboden als vervangende bedrijfskavel. Daartoe waren afspraken gemaakt tussen het bedrijf en de gemeente, die waren neergelegd in een brief van de gemeente. In deze brief zou de gemeente zich ertoe hebben verplicht om ervoor zorg te dragen dat onder meer aan het bestemmingsplan zou worden voldaan.
De gemeente had hier geen boodschap aan en stelde zich op het standpunt dat er geen concreet zicht op legalisatie bestond. De gemeente was niet bereid om ten behoeve van de zeecontainers medewerking te verlenen aan het afwijken van het bestemmingsplan, omdat dit afbreuk zou doen aan de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied.
De Raad van State overwoog onder meer dat er geen concreet zicht op legalisatie bestaat indien een gemeente kenbaar maakt niet bereid te zijn om een omgevingsvergunning te verlenen. Voorts overwoog de Raad van State dat de gestelde afspraken tussen het bedrijf en de gemeente, wat daar ook van zij, geen recht geven om op het huidige perceel in strijd met het bestemmingsplan en zonder de vereiste omgevingsvergunning te handelen.
De gemaakte afspraken vormden dus geen bijzondere omstandigheid om niet handhavend op te treden tegen de zeecontainers.
Vertrouwensbeginsel?
Een veelgehoord misverstand is dat er afspraken worden gemaakt met een overheid en dat hierop een beroep wordt gedaan in een handhavingszaak (vertrouwensbeginsel). Een beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt bijna nooit.
Je zult aannemelijk moeten maken dat er namens het bevoegde bestuursorgaan (bijv. college van burgemeester en wethouders) concrete toezeggingen zijn gedaan, waaraan je het vertrouwen kon ontlenen dat ander gebruik, dan waarin het bestemmingsplan voorziet, wordt toegestaan en dat daartegen niet handhavend wordt opgetreden. Dergelijke toezeggingen worden vrijwel nooit gedaan, dit omdat je vaak communiceert met ambtenaren en niet met het bevoegde orgaan zoals het college van burgemeester en wethouders.
Tips voor de praktijk
Controleer altijd of het bestemmingsplan alle activiteiten die jij wilt ontplooien toestaat. Het gaat dan niet alleen om bouwactiviteiten, maar ook om andere bedrijfsactiviteiten. Als er een nieuw bestemmingsplan wordt voorbereid, bekijk of jouw bedrijf op een juiste manier is verwerkt in het bestemmingsplan. Houd ook rekening met je toekomstplannen, dus met eventuele uitbreidingsmogelijkheden.|
Kort en goed: vertrouwen is goed, controle is beter. Vraag bij belangrijke toezeggingen of afspraken een schriftelijke bevestiging van of namens het bevoegd orgaan.
Vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Moniek Peeters (m.peeters@sumrin.nl).