Voor veel activiteiten zijn vergunningen nodig van de overheid. Denk daarbij aan omgevingsvergunningen voor bouwen, gebruiken (planologisch strijdig gebruik), milieu, aanleggen. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is in beginsel het toetsingskader voor deze vergunningen.
Bouwen
In art. 2.1 lid 1 onder a Wabo is aangegeven dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning een bouwwerk te (ver)bouwen. In artikel 2.10 Wabo is aangegeven waaraan de aanvraag voor de omgevingsvergunning bouwen getoetst moet worden.
Voor bouwen geldt dat de vergunning moet worden verleend wanneer aan de volgende toetsingscriteria wordt voldaan:
– het geldende bestemmingsplan of de beheersverordening;
– het bouwbesluit;
– de bouwverordening;
– de welstandsnota (indien van toepassing);
– de provinciale verordening (denk bijvoorbeeld aan de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant).
Gebruiken (planologisch strijdig gebruik)
Op grond van artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wabo geldt een vergunningplicht voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, algemene regels van provincie of Rijk of een voorbereidingsbesluit. Dit heet de omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik.
De Wabo biedt een aantal mogelijkheden om een dergelijke omgevingsvergunning te verkrijgen, te weten:
1. met toepassing van de in het bestemmingsplan of de beheersverordening opgenomen regels inzake afwijking (binnenplanse ontheffing);
2. in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (kruimelgevallen, opgenomen in artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht) of,
3. indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat (vroeger projectbesluit).
Ingeval van toepassing van de binnenplanse ontheffing (artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1 Wabo) danwel de kruimelgevallen (artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 Wabo) is de reguliere procedure van toepassing. Ingeval van toepassing van de omgevingsvergunning van het projectbesluit (artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 Wabo) is de uitgebreide voorbereidingsprocedure (de uniforme openbare voorbereidingsprocedure) van toepassing.
Omgevingsvergunning (bouwen en/of gebruiken) niet altijd nodig
Je hebt niet altijd een omgevingsvergunning nodig. In een aantal gevallen mag je vergunningvrij bouwen. Wanneer dit mag staat in het Besluit omgevingsrecht bijlage II.
Milieu
Elk bedrijf heeft te maken met milieuregels. Veel bedrijven hoeven enkel en alleen een melding te doen op basis van het Activiteitenbesluit en zich te houden aan de algemene regels die hierin staan.
Milieubelastende activiteiten die te ingewikkeld of te ernstig zijn om volledig onder algemene regels te vallen, hebben een omgevingsvergunning milieu nodig. Welke activiteiten dit zijn, staat in bijlage I van het Besluit omgevingsrecht.
De omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) is een simpele vergunning. Voor de OBM-plichtige activiteit staan voorschriften in het Activiteitenbesluit. OBM’s zijn verplicht voor bepaalde activiteiten die niet zomaar onder de regels van het Activiteitenbesluit kunnen vallen zonder voorafgaande toets. Die toets kan gaan over bijvoorbeeld lokale hinder (geluid, geur, luchtkwaliteit) en doelmatig beheer van afvalstoffen.
Aanleggen
Een aanlegvergunning kan bijvoorbeeld nodig zijn voor:
– het aanleggen of ophogen van een pad of weg;
– het ophogen van wallen;
– het graven of dempen van sloten;
– het verwijderen, aanleggen of wijzigen van oppervlakteverhardingen;
– het aanbrengen van oeverbeschoeiingen en aanlegplaatsen.
Of een dergelijke vergunning nodig is, staat in het bestemmingsplan. Hierin staat voor welk gebruik van je grond je een vergunning nodig hebt.
Hoe omgevingsvergunning aanvragen?
Je kunt een omgevingsvergunning aanvragen via de website van jouw gemeente of provincie of via Omgevingsloket online. Dit geldt voor particulieren en bedrijven. Overleg vooraf met de gemeente over jouw plannen. Dan kom je niet voor verrassingen te staan. Dit heet een vooroverleg.
Hoe lang duurt het?
Sommige vergunningen kunnen worden afgedaan met de reguliere procedure en sommige met de uitgebreide voorbereidingsprocedure.
Als de reguliere procedure geldt dan verloopt de procedure in beginsel als volgt:
– beslistermijn is 8 weken;
– deze termijn kan met 6 weken worden verlengd;
– wordt aan bovenstaande niet voldaan, dan krijg je de vergunning van rechtswege;
– ben je het niet eens met het besluit, dan kan je binnen 6 weken bezwaar maken.
Als de uitgebreide voorbereidingsprocedure geldt dan verloopt de procedure in beginsel als volgt:
– beslistermijn is 6 maanden;
– deze termijn kan met 6 weken worden verlengd;
– wordt aan bovenstaande niet voldaan, dan krijg je de vergunning niet van rechtswege;
– er wordt een ontwerp-besluit genomen;
– ben je het niet eens met het ontwerp-besluit dan kan je hiertegen binnen 6 weken zienswijzen indienen;
– ben je het niet eens met de definitieve beslissing, kan je binnen 6 weken beroep indienen bij de rechtbank.
Tot slot
Dit is een korte uitleg over welke omgevingsvergunningen er onder andere zijn en welke soorten procedures er zijn. Hierover is echter nog veel meer te schrijven. Mochten er dus nog aanvullende vragen zijn, stel ze ons gerust.